,
een van de Myropscameren te Utrecht
De
Myropscameren
zijn
vrijwoningen
uit 1583, tenminste, voor wat de functie betreft.
De stichting verbouwde een aantal bestaande bijgebouwen behorend bij het
Regulierenklooster
aan de Oudegracht tot de nu zo bekende huizen.
Wat achter op het kloosterterrein stond, tegen de kloostermuur langs de Springweg,
was nogal divers en stamde uit verschillende perioden.
Waarschijnlijk zijn alleen de huizen ter plaatse van de huidige nummers 128,
126
en
124
direct al gebouwd als woningen,
aan het einde van de 15e eeuw. De achtergevel kwam in de lijn van een
poortgebouw
dat wat verder links hiervan stond. Het
diepe huis
rechts van de nieuwe huizen was de voorganger van het huidige nummer
130.
De rechter twee van de drie nieuwe woningen vormden een dubbelhuis met de
stookplaatsen,
met hol gebogen achterwand, tegen de scheidingsmuur.
Deze woningen waren onderling verbonden en alleen het linker had een achteruitgang.
De gedeelde
beerput
lag op het achterterrein, vlak bij de achtergevel.
Voor de bouw werd de kloostermuur afgebroken en vervangen door de huidige
voorgevels;
vermoedelijk was dit stukje nog niet eerder bebouwd.
Voordat het
Utrechts Monumentenfonds
de godskameren van 1979 tot 1981 restaureerde,
werden ze
bouwhistorisch
en archeologisch onderzocht.
In nummer 128 waren door eerdere verbouwingen alleen sporen van de stookplaats bewaard gebleven.
De oude
kap
was helaas al in 1950 'weggerenoveerd'. De tuin werd vergroot en voorzien van een berging.
Tegen de achtergevel kreeg ieder huis een aanbouw met keuken en badkamer.
Tekst: Jean Penders, 06-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders